TILBURGSE WATERSPORTVERENIGING (TWV)
HAVENREGLEMENT
Versie : 30 april 2019
____________________________________________________________________________________
TOEPASSELIJKHEID HAVENREGLEMENT
Artikel 1.
Een ieder die op enigerlei wijze gebruik maakt van voorzieningen die de vereniging biedt, is onderworpen aan de bepalingen bij dit reglement vastgesteld en de aanwijzingen door de havenmeester of het bestuur gegeven; niemand kan de toepasselijkheid daarvan te zijnen opzichte op enigerlei wijze uitsluiten.
DEFINITIES
Artikel 2.
In dit reglement wordt verstaan onder:
1. de jachthaven: het bij Watersportvereniging in exploitatie zijnde wateroppervlak, de daaraan grenzende taluds, terreinen, steigers, parkeerterreinen, wegen, paden, bebouwing, constructies en afrastering;
2. de vereniging: Tilburgse Watersport Vereniging (TWV);
3. het bestuur: het bestuur van Tilburgse Watersport Vereniging (TWV);
4. havenmeester: de door en onder verantwoordelijkheid van het bestuur aangewezen persoon/personen, belast met de regeling van en de controle op de dagelijkse gang van zaken in de jachthaven en de wal.
5. ligplaats: een rechthoekig water gemeten in vierkante meters afhankelijk van de afmetingen van het schip .
6. zomerligplaats: een ligplaats die wordt gebruikt gedurende het seizoen 15 april tot 15 oktober tegen het daarvoor geldende zomertarief per m2.
7. winterligplaats (winterstalling) : een ligplaats die wordt gebruikt voor boortstalling gedurende het seizoen 15 oktober april tot 15 april tegen het daarvoor geldende winterrtarief per m2.
8. passant: een ieder die geen lid is van de vereniging en gebruik maakt van de haven- en verenigingsfaciliteiten
9.passantenligplaats : een ligplaats die wordt gebruikt door een passant gedurende de maximale termijn van 2 weken en een tarief per m1
10. zomerseizoen : 15 april tot 15 oktober
11. winterseizoen : 15 oktober tot 15 april
HAVENMEESTER
Artikel 3.
1. De havenmeester is belast met het dagelijks havenbeheer en de uitvoering van het havenreglement en is hiervoor verantwoording verschuldigd aan het bestuur.
2. Een ieder die zich in de jachthaven bevindt dient de aanwijzingen van de havenmeester op te volgen.
AANSPRAKELIJKHEID
Artikel 4.
1. Het gebruik van de voorzieningen die de vereniging biedt, geschiedt op eigen risico. De vereniging is mitsdien niet aansprakelijk voor schade, hoe ook genaamd, die dientengevolge of door welke andere oorzaak dan ook, mocht ontstaan. De gebruiker van dergelijke voorzieningen, vrijwaart de vereniging voor alle aansprakelijkheid, hoe ook genaamd, die hij of derden in verband daarmee mochten kunnen doen gelden.
2. Het in lid 1 bepaalde is van overeenkomstige toepassing, indien door of vanwege het bestuur, in het kader van het havenbeheer, een vaartuig wordt betreden, verhaald of anderszins beroerd en dientengevolge aan dat vaartuig, jegens derden of anderszins schade mocht ontstaan.
3. Indien een vaartuig in verband met overtreding van dit reglement, overeenkomstig dit reglement door of vanwege het bestuur wordt verhaald, verwijderd of elders gestald, zijn de daaraan verbonden kosten voor rekening van de betreffende eigenaar of houder.
4. Het in lid 3 bepaalde is van overeenkomstige toepassing indien door of vanwege het bestuur, maatregelen worden genomen om schade aan vaartuigen te voorkomen of te beperken, ongeacht of deze maatregelen naar het oordeel van de betrokken eigenaar of houder redelijkerwijs noodzakelijk waren.
5. Bij overtredingen van het havenreglement die schade veroorzaken aan de jachthaven en/of het milieu, wordt de schade voor zover als naar het oordeel van het bestuur noodzakelijk, hersteld op kosten van de overtreder; eventuele boetes bij milieuverontreinigingen worden verhaald op de veroorzaker van de verontreiniging.
6. Indien een vaartuig aan meerdere personen toebehoort, zijn zij gehouden om één van hen aan te wijzen die geacht wordt hen te vertegenwoordigen; niettemin is elk der mede-eigenaren jegens de vereniging hoofdelijk verbonden voor al hetgeen de vereniging in verband met dat vaartuig of de ligplaats daarvan, te vorderen mocht hebben. Deze aansprakelijkheid vervalt indien men niet langer mede-eigenaar is en dit schriftelijk aan het bestuur kenbaar is gemaakt.
7. Beroep op verrekening (schuldvergelijking) jegens de vereniging is uitgesloten.
8. Alle gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten door de vereniging gemaakt ter incasso of tot behoud van rechten, zijn ten laste van de schuldenaar.
9. Iedere vordering die niet binnen de daartoe gestelde termijn is voldaan, draagt de wettelijke rente vanaf het verloop van die termijn.
PASSANTEN
Artikel 5.
1. Een ieder die, anders dan TWV-lid of seizoenligplaatshouder, met een vaartuig de jachthaven bezoekt, dient zich bij eerste gelegenheid bij de havenmeester te melden. Passanten worden door de havenmeester op de hoogte gesteld van het geldende Havenreglement. Het havenreglement is te raadplegen op het publicatiebord bij de passantenkom en beschikbaar op de website www.tilburgsewatersportvereniging.nl. Op de dag van zijn vertrek dient de passant zijn ligplaats vóór 12.00 uur te verlaten. Indien hij daartoe niet in staat is wordt nog een etmaal liggeld in rekening gebracht.
ALGEMENE VERPLICHTINGEN
Artikel 6.
1. Een ieder is gehouden zorg te dragen dat zijn vaartuig deugdelijk is afgemeerd, zodanig dat het vrij blijft van andere vaartuigen, steigers of palen. Een boegspriet/kluifhout dient, voor zover mogelijk, te worden ingenomen of getopt. Delen of onderdelen van het schip mogen niet hinderlijk over de steiger en/of buiten de achterpalen van de ligplaats steken, dit naar oordeel van de havenmeester of het bestuur. Elk vaartuig te water dient te zijn voorzien van toereikende stootwillen. Bij gebreke van één en ander kan daarin door de havenmeester, op kosten van de betrokkenen, worden voorzien.
2. Bij vertrek van het jacht dient de ligplaats volledig te worden vrijgemaakt. Bij- of volgboten mogen niet op het haventerrein worden achtergelaten tenzij dit gebeurt in overleg en met goedkeuring van de havenmeester.
3. De eigenaar of houder van een vaartuig met ingebouwde motor of motor met losse tank is verplicht er zorg voor te dragen, dat zich een in goede staat verkerende en goede snelwerkende blusser, ter bestrijding van brand, aan boord bevindt.
4. Een ieder moet gedogen dat andere vaartuigen, op aanwijzing van de havenmeester naast of tegen het zijne afmeren.
5. Het aanbrengen of voeren van enige reclame, in welke vorm dan ook, is zonder toestemming van het bestuur niet toegestaan.
6. leeg.
7. leeg
8. Dekzeilen dienen, in het bijzonder gedurende het winterseizoen, stormvast te zijn bevestigd, goed passend te zijn en van een deugdelijke kwaliteit te zijn vervaardigd.
9. leeg.
10. Vaartuigen, trailers en andere voorwerpen die zich op of in de jachthaven bevinden zonder dat daartoe het recht is verleend, of anders dan waartoe het recht is verleend, kunnen door of vanwege het bestuur worden verwijderd; het in artikel 4 lid 2 en 3 bepaalde is van (overeenkomstige) toepassing.
11. Elke ligplaatshouder is verplicht ter dekking van schade aan derden een toereikende WA-verzekering af te sluiten. Hij dient naar waarheid op het aanvraagformulier voor zowel zomer- en winterstalling, het polisnummer aan te geven en of het een WA- of Allriskverzekering betreft.
12. leeg
VERBODSBEPALINGEN
Artikel 7. Het is verboden:
1. in de jachthaven onderhoudswerk of reparaties te verrichten, waarbij hinderlijk geluid of andere overlast wordt veroorzaakt of waarbij temperaturen kunnen optreden, hoog genoeg voor het doen ontstaan van ontploffingen of brand, één en ander ter beoordeling van de havenmeester of het bestuur;
2. metaal te slijpen.
3. Schilderen bij klein onderhoud aan het dek of de kajuit is beperkt mogelijk; tijdens schuren dient een goede stofafzuiging te worden toegepast. Dit ter beoordeling door de havenmeester. Schilderen van de romp is niet toegestaan, op verzoek van het lid kan het schip op de wal geplaatst worden met in achtneming van de mogelijkheden van de hijsploeg.
3. lichtaggregaten te laten draaien wanneer daarvan naburige jachten last ondervinden; het doen ten gehore brengen van muziek of gesproken woord door middel van mechanische weergevers met grote geluidssterkte;
4. tijdens verblijf op de wal stroom af te nemen anders dan voor het opladen van de batterijen van de daartoe bestemde punten indien het vaartuig onbeheerd is;
5. constructies aan te leggen of wijzigingen aan te brengen aan steigers, palen of installaties;
6. op het haventerrein te kamperen;
7. op de steigers te fietsen, uitgezonderd de dienstdoende havenmeester;
8. steigers geheel of gedeeltelijk te blokkeren;
9. goederen, in welke vorm dan ook, op steigers en/of op het terrein te laten liggen;
10. vallen hoorbaar tegen de mast te laten slaan of anderszins hinderlijk lawaai of gedrag te veroorzaken;
11. op het haventerrein open vuur aan te leggen of te gebruiken
12. in de haven: a. te zwemmen; b. de plankzeilsport te beoefenen; c. met motorboten te varen, behalve voor het kiezen en verlaten van de ligplaats; d. met zeiljachten te zeilen; vaartuigen zonder mechanische voortbeweging dienen naar de kop van de steiger/optuigsteiger te worden verhaald om te worden opgetuigd; e. sneller dan vijf kilometer per uur te varen;
13. drinkwater te gebruiken, anders dan voor het vullen van watertanks. Verspilling dient te worden voorkomen;
14. huisdieren los te laten lopen of uit te laten op steigers of terreinen;
15. auto’s te parkeren, anders dan op de daarvoor bestemde terreinen;
16. vervallen;
17. leeg
18. zonder schriftelijke toestemming van het bestuur op het haventerrein openlijk waren ter verkoop aan te bieden, tegen betaling diensten aan te bieden of enige werving voor deze doelen te plegen; niettemin is het de leden toegestaan om hun schip dat een vaste ligplaats in de haven heeft, aldaar ter verkoop aan te bieden; daartoe mag betreffend schip worden voorzien van een bescheiden tekst met informatief karakter;
19. Tijdens de winterstallingsperiode is het niet toegestaan om licht ontvlambare stoffen zoals gas, benzine, petroleum en kerosine aan boord te hebben of te gebruiken.
SPECIFIEKE MILIEUBEPALINGEN
Artikel 8.
1. Het is verboden:
a. in de jachthaven onderwatertoiletten te gebruiken;
b. stoffen in het water of op het terrein van de jachthaven te lozen of te brengen, zowel waar het betreft brandstoffen, oliën, vetten, bilgewater en dergelijke als huishoudelijk afval, de inhoud van chemische toiletten en andere stoffen die het milieu kunnen verontreinigen; hieronder valt ook het gebruik van een ontvetter zoals een afwasmiddel teneinde brandstof die tijdens het tanken in het water is gekomen op te lossen;
c. stoffen als onder b. omschreven elders te deponeren of af te geven dan op de daarvoor bestemde plaats in de jachthaven; ontbreekt die mogelijkheid dan blijft men zelf verantwoordelijk voor een goede milieuvriendelijke afvoer van deze stoffen;
d. schepen elders af te spuiten dan op de daarvoor bestemde locatie;
e. onderhoud of andere activiteiten te plegen binnen de jachthaven zonder afdoende bescherming tegen water- en bodemverontreiniging. Hieronder valt ook het gebruik van welk reinigingsmiddel dan ook voor het reinigen van de boot, indien dit middel op het water wordt of kan worden geloosd;
f. automatisch werkende bilgewaterpompen in de haven stand-by te laten staan.
2. Huishoudelijke- en ander chemisch niet verontreinigd scheepsafval dient in de daarvoor bestemde containers te worden gedeponeerd; het achterlaten/deponeren van grof vuil is slechts toegestaan in overleg met de havenmeester.
3. Afgewerkte olie, olie- en brandstoffilters, brandbare stoffen, verfblikken met verfresten en batterijen dienen te worden gedeponeerd in de daarvoor bestemde vaten op de wal (jachtwerf).
4. Bilgewater dient d.m.v. de daarvoor bestemde bilgewaterpomp te worden opgeslagen en afgevoerd.
5. leeg
ZOMERLIGPLAATSEN
Artikel 9.
1. Onverminderd het in artikel 6 lid 5 der statuten bepaalde, worden lig- en bergplaatsen voor boten en zeilplanken (hierna te noemen: ligplaatsen) alleen uitgegeven aan leden in de zin van artikel 5 lid 1 der statuten.
2. Het recht op een ligplaats wordt tot wederopzegging uitgegeven voor het daartoe schriftelijk aangemelde vaartuig. De ligplaats wordt per seizoen toegewezen. Slechts vaartuigen die naar het oordeel van het bestuur in goede staat van onderhoud verkeren noch anderszins het aanzien van de jachthaven schaden, kunnen voor een seizoenligplaats in aanmerking komen.
3. De toewijzing geschiedt aan de hand van de beschikbare ruimte, de afmetingen van de ligplaats en de daarin passende vaartuigen. Leden die niet voor een ligplaats in aanmerking komen, kunnen op een wachtlijst worden geplaatst; op deze leden is het in artikel 4 lid 3 van de statuten bepaalde van toepassing.
4. Het is verboden elders in de jachthaven ligplaats te nemen dan is toegewezen.
5. Het bestuur is bevoegd gedurende het seizoen een andere ligplaats toe te wijzen.
6. Toewijzing van een ligplaats geschiedt naar datum van inschrijving.
VERVAL VAN ZOMERLIGPLAATSEN
Artikel 10.
1. Het is een lid op straffe van verval van het recht op een ligplaats niet toegestaan het genot van de ligplaats aan derden over te dragen of te laten, door verhuur of verkoop van het vaartuig, door onderverhuur van de ligplaats of anderszins.
2. Bij verkoop van het vaartuig vervalt de ligplaats aan de vereniging, tenzij het betreffende lid de ligplaats wenst te gebruiken voor een ander hem in eigendom behorend schip, en de afmetingen daarvan niet groter zijn dan het oorspronkelijke en mits het vervangende schip ook overigens voldoet aan de eisen van dit reglement.
3. Het recht op een ligplaats vervalt voorts:
a. indien het lidmaatschap van het betreffende lid eindigt;
b. indien het betreffende lid niet binnen de daartoe bij schriftelijke aanmaning gestelde termijn, zijn contributie, liggeld of andere aan de vereniging verschuldigde betalingen heeft voldaan;
c. indien een vaartuig naar het oordeel van het bestuur in verwaarloosde toestand verkeert en die toestand binnen één maand na daartoe schriftelijk te zijn gewaarschuwd, naar het oordeel van het bestuur niet voldoende is gewijzigd;
d. indien het betreffende lid, nadat hij daartoe schriftelijk is aangemaand, gedurende de daarbij gestelde termijn, anderszins in gebreke blijft in de nakoming van enige verplichting.
4. In alle gevallen waarin het recht op een ligplaats vervalt, is het bestuur bevoegd het betreffende vaartuig op kosten van betrokkenen te doen verwijderen.
5. In alle gevallen waarin het recht op een ligplaats vervalt, vindt geen restitutie van reeds betaalde of korting op nog verschuldigde liggelden plaats, tenzij het bestuur anders bepaalt.
6. Leden die een grotere of kleinere boot aanschaffen en derhalve niet meer in hun ligplaats passen komen op de wachtlijst. Zie seizoenligplaatsen artikel 9.6. De vrijgekomen ligplaats vervalt aan de vereniging.
WINTERLIGPLAATS (winterstalling)
Artikel 11.
1. Winterstalling dient schriftelijk te worden aangevraagd d.m.v. het winterligplaats aanvraagformulier. Het ingevulde aanvraagformulier dient uiterlijk op 15 augustus bij de administratie van de TWV ingediend te zijn.
2. Vóór 1 oktober van het lopende jaar worden de aanvragen beoordeeld op toewijzing. De volgende criteria en toewijzingsvolgorde worden toegepast:
a. TWV-leden die in hetzelfde jaar al een zomerligplaats hadden in de haven.
b. TWV-leden die elders een zomerligplaats hebben.
3. Het is niet toegestaan om gedurende het winterseizoen op de boot te overnachten
4. leeg
5. Als tengevolge van het niet nakomen van afspraken met scheepseigenaren de noodzaak ontstaat om een extra verplaatsing van het schip en/of andere schepen uit te moeten voeren kunnen daarvoor verplaatsingskosten in rekening worden gebracht, dit naar oordeel van de havenmeester of het bestuur.
6. Dekzeilen dienen stormvast te zijn bevestigd, goed passend te zijn en van een deugdelijke kwaliteit te zijn vervaardigd.
7. Ter voorkoming van schade als gevolg van b.v. vorst en storm dienen de vaartuigen extra stevig en toepasselijk aan de steiger te worden bevestigd; e.e.a. ter controle door en goedkeuring van de havenmeester
8. De vaartuigen mogen in niet meer dan 2 rijen worden aangelegd.
BIJZONDERE VERPLICHTINGEN VAN SEIZOENLIGPLAATSHOUDERS
Artikel 12.
1. Elke seizoenligplaatshouder moet gedogen dat gedurende de periode dat zijn vaartuig de toegewezen ligplaats verlaat, de ligplaats tijdelijk aan derden in gebruik wordt toegewezen; de door tijdelijke gebruiker verschuldigde gelden komen toe aan- en worden geïnd door de vereniging.
2. Elke seizoenligplaatshouder dient zijn vaartuig op duidelijke wijze van de scheepsnaam te voorzien.
3. Elke seizoenligplaatshouder is gehouden bij vermoedelijke afwezigheid van meer dan vierentwintig uur, de datum van vertrek en die van vermoedelijke aankomst, schriftelijk te melden door middel van de daartoe bij het havenkantoor beschikbare afmeldbriefjes.
4. vervallen
5. Het is niet toegestaan de toegewezen ligplaats of andere verenigingseigendommen te voorzien van permanente of semipermanente uitrustingen, constructies of toevoegingen of daaraan anderszins enige wijziging of beschadiging aan te brengen. Een uitzondering geldt voor trapjes die op een daartoe gedaan verzoek door de vereniging kunnen worden geplaatst tegen betaling van een borgsom.
6. Werkzaamheden door derden op en aan schepen brengen risico’s met zich mee. Ligplaatshouders dienen erop toe te zien dat deze werkzaamheden met deugdelijk en goedgekeurd gereedschap worden uitgevoerd. Elektrisch gereedschap dient te voldoen aan de NEN 3140.
AFWIJKENDE REGELINGEN
Artikel 13.
1. Het bestuur is bevoegd in verband met wedstrijden, feesten, evenementen en andere bijzondere omstandigheden, regelingen te treffen in afwijking van dit reglement.
2. Bij afwezigheid van de havenmeester is ieder bestuurslid bevoegd de in het reglement aan de havenmeester opgedragen beslissingen te nemen.
3. Vervallen
4. TWV-leden, niet ligplaatshouders, kunnen gedurende het zomerseizoen (1 april tot 1 november) om een stallingplaats op de wal verzoeken, volgens het geldende tarief. De kosten voor het kranen en eventueel afspuiten worden separaat berekend.
5. TWV-leden met een ligplaats in de haven kunnen tussen 1 mei en 1 oktober om een stallingplaats op de wal verzoeken, tegen het geldende tarief.
NALEVING HAVENREGLEMENT
Artikel 14.
1. Alle leden zijn verplicht het bestuur zoveel mogelijk steun te verlenen om de goede gang van zaken in de jachthaven te bevorderen.
2. Bij overtreding van het havenreglement, die niet op eerste sommatie ophoudt of ongedaan wordt gemaakt, is het bestuur bevoegd de betrokkene de toegang tot de haven tijdelijk of permanent te ontzeggen, zo nodig onder toepassing van het in artikel 10 lid 3 sub d. bepaalde.
3. Bij niet naleving van het Havenreglement en/of het niet nakomen van financiële verplichtingen zullen er door de vereniging geen diensten worden verleend. Door de vereniging gemaakte kosten kunnen worden doorberekend.
GESCHILLEN
Artikel 15.
Geschillen, ontstaan betreffende het havenbeheer, kunnen binnen tien dagen door de leden schriftelijk worden voorgelegd aan het bestuur, dat zo spoedig mogelijk in het geschil beslist. Wanneer een lid dit verlangt, zal de beslissing van het bestuur op de eerstvolgende algemene ledenvergadering aan de orde worden gesteld. Beslissingen van de havenmeester of het bestuur in afwachting van de beslissing van het bestuur casu quo de ledenvergadering, blijven gedurende die termijn van kracht.
SLOTBEPALING
Artikel 16.
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.
.
Het reglement is inmiddels ter kennisname aan RWS overhandigd, na goedkeuring in de ALV van de TWV dd 30 april 2019